Door het water fietsen

Belgisch Limburg is de provincie waar het knooppuntensysteem werd uitgevonden. De vlakke Kempen en het Maasland worden geafficheerd als fietsparadijs. Men doet er alles aan om fietsers te lokken. Je kunt er bijvoorbeeld 'door de bomen' en 'door het water' fietsen. Het ene brengt je tot tien meter hoog tussen de bomen, het andere leidt je dwars door een vijver, waarbij het water aan weerszijden op ooghoogte staat. Sinds de opkomst van van de e-bikes wordt het ook in het heuvelachtige Haspengouw wat drukker. De smalle betonwegen lopen daar tussen akkers, weilanden en boomgaarden. Als de boeren aan het werk zijn en na hevige regenval moet je er rekening houden met al dan niet gedroogde modder op de wegen. Dat deed ik niet toen ik vandaag aan mijn Rondje Alden Biesen begon. Een mooi rondje, zondermeer. Nergens is het vlak, hoewel er maar twee echte klimmetjes inzitten, is het voortdurend klimmen, dalen en keren. Ook hier kun je door het water fietsen, letterlijk dan. Na een afdaling kwam ik voor de keuze te staan: op de fiets door een grote plas water waarvan ik niet wist hoe diep die was of te voet met de fiets op de schouder door een graskant waarvan ik niet wist hoe modderig die was. 't Was kiezen tussen fiets of schoenen poetsen. En terug thuis moesten ze gepoetst worden, die schoenen!



De tweede etage

Gisteren naar de 'pensioen-party' van Nicole geweest. Zij werkte in de jaren tachtig van de vorige eeuw net als ik op 'de tweede etage', een afdeling met 44 bewoners in een Maastrichts verzorgingshuis (Molenhof). Het was héél lang geleden dat ik haar en de andere aanwezige verzorgenden zag of sprak. De twintigers van toen zijn zestigers van nu geworden. Het was fijn om hen weer te zien maar ook verbijsterend om te horen hoe het noodlot heeft huisgehouden bij oud-collega's.
De echtgenoot van Nicole liet de uitnodiging vergezeld gaan met het verzoek om herinneringen mee te brengen. Ik was indertijd hoofd van 'de tweede etage' en schreef geregeld over mijn werk: artikeltjes, columns, een (lang) kort verhaal en gedichten, die gepubliceerd werden in vakbladen en literaire tijdschriften. Al bladerend in mijn archief (op zoek naar herinneringen voor Nicole!) ontstond het idee om het kort verhaal en een aantal columns en gedichten samen te brengen in één boekje. Het is een wonderlijk verslag van het leven in een verzorgingshuis in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Het recht op euthanasie bijvoorbeeld was nog niet wettelijk vastgelegd. In het kort verhaal vraagt een terminale bewoner, die uit zijn lijden verlost wil worden, aan een medebewoner om morfinepillen te 'jatten' uit de medicijnkast in de zusterspost. Of die medebewoner zijn buurman en vriend durft helpen? U kunt het lezen in 'De tweede etage'. Het boekje telt 80 pagina's, kost € 14,50 (exclusief verzendkosten) en kan alleen hier besteld worden. 
Zo, en nu ga ik fietsen!





Over het maken van een foto

Volgende week zondag wordt de Amstel Gold Race gereden. Voor een kersverse baiku over die wedstrijd heb ik een foto nodig, waar op staan: mijn fiets, het peloton (dames of heren) en een weg- of veldkruis. Omdat vandaag in dezelfde regio de Volta Limburg Classic plaats vindt, peddel ik richting Gronsveld. Daar staat een mooi wegkruis op een plek, waar de dames dadelijk passeren voor hun tweede beklimming van het Savelsbos. De plek voldoet aan alle eisen. Ik installeer me en zie de eerste motoragenten al. Op dat moment steekt een oudere man de weg over en komt voor me staan. Hij heeft duidelijk zin in een gesprek: 'Het is koud hé, met die ijzige wind zullen ze het wel zwaar krijgen. Er hangt ook sneeuw in de lucht.' Ik vraag de goeie man of hij het erg zou vinden om een meter of twee opzij te gaan omdat ik het plekje nodig heb voor een foto. Ik moet mijn vraag een paar keer herhalen eer hij er onbegrijpend gehoor aan geeft. Net op tijd. Ik kan enkele keren klikken. Nog voor de koers helemaal gepasseerd is, steekt de man de weg weer over: 'Ik ga naar huis, 't is me veel te koud.' Ik zie nu dat hij aan beide oren een hoorapparaatje heeft. Reageerde hij daarom niet op mijn excuses of is hij toch een beetje gepikeerd? Hoe het ook zij, op mijn mobieltje zie ik dat mijn foto's gelukt zijn. Gelukkig maar!

Amstel Gold Race

Langs kapelletjes
en wegkruisen laverend -
de Koers des Heren



Gedenkwaardige tochtjes

Als we op onze Utrechtse kleindochters passen, willen Maite (7) en Suze (5) geregeld een rondje fietsen met opa Miel. Met hen samen op pad gaan vergt nog wat oefening, met ieder apart is geen probleem. Gisteren wilde Suze op haar fietsje tijdens het spitsuur over drukke wegen naar opa Jan. Omdat ik de weg naar het Wilhelminapark niet precies meer wist, sprak ik een jonge vrouw aan die haar bezorgde gevoelens niet verborg: ‘Toch niet met dat kind op zo’n gevaarlijke weg!’ Suze wilde per se verder en laveerde op de stukken zonder fietspad behendig langs de auto’s. Opa Jan was helaas niet thuis. Op de terugweg wist de voor me fietsende Suze waar we moesten oversteken en voor ik het in de gaten had stonden we halverwege de vierbaansweg tussen optrekkende auto’s te wachten tot we ook groen licht kregen voor het tweede gedeelte. Op mijn opmerking dat we wel erg vlug overstaken, reageerde Suze laconiek: ‘Het was toch groen opa!’ Eerder die middag nam Maite me op sleeptouw. Ze wilde een tekening afgeven bij een vriendinnetje en loodste me door straten waar ik nog nooit was geweest. Daarna wilde ze naar het kerkhof, naar het graf van haar onlangs overleden oma Ineke. Toen we de ingang van Begraafplaats Soestbergen passeerden, was ik ervan overtuigd dat we daar moesten zijn. Tussen de graven lopend, bezwoer Maite me: ‘Opa! Hier ben ik echt nog nooit geweest! Geloof me nou toch!’ Het graf van oma Ineke vonden we dus niet. Naar huis fietsend kwamen we een eindje verderop langs Begraafplaats Kovelswade. ’Hier moeten we zijn,’ gilde Maite. En inderdaad, ze liep zo naar het graf van haar oma. En ze wist waar je een gieter kunt pakken en vullen met water om de bloemen op het graf  te besproeien. Toen we het kerkhof verlieten, stelde Maite vol trots vast dat dit ons eerste fietstochtje was waar zij mij de weg moest wijzen. Dat er nog veel van die tochtjes mogen volgen!


Col du Vam

Het afgelopen weekend in Assen geweest. Mijn eega wilde graag naar de indrukwekkende tentoonstelling rondom Frida Kahlo (1907-1954). Wat me daar het meest van zal bijblijven is de schets die de Mexicaanse schilderes kort voor haar dood maakte. Ze voegde er de tekst bij: ‘Ik hoop dat het vertrek vreugdevol is en ik hoop nooit meer terug te keren.’ Wie Assen bezoekt moet uiteraard ook de Vamberg op, de tot fietswalhalla omgetoverde afvalberg. Je kunt de 4800 centimeter hoge Col du Vam van drie kanten beklimmen. Langer dan 500 meter zijn de steile klimmetjes niet, één ervan eindigt met een korte kasseistrook aan 15%. Dus huurden mijn teerbeminde echtgenote en ik twee fietsen en we togen onder een niet voorspeld heerlijk lentezonnetje richting Wijster. Tijdens de klim had ik het gevoel dat ik een zware doodzonde beging, want ik fietste niet op een mountain- of citybike, en ook niet op een stads- of racefiets, nee, ik beklom de Col du Vam fluitend, met een belachelijk gemak, op een elektrische damesfiets! Je leest het goed, op een elektrische damesfiets! En dat deed ik met geschoren benen, ook dat nog!   



Steampunk

Ik heb drie broers. Van ons vieren ben ik de enige met twee linkse handen. Linkser kan haast niet. Mijn oudste broer kon op zijn twaalfde al een fiets volledig demonteren en weer feilloos in elkaar zetten. Mijn op een na jongste broer is net zo handig en ontwikkelde zich op latere leeftijd tot een verdienstelijk fotograaf. Mijn jongste broer is kunstzinnig handig. Hij woont al een hele tijd in Frankrijk en struint daar alle brocantes af op zoek naar materialen die hij kan gebruiken voor zijn steampunk-lampen. Wat steampunk precies is, vind ik moeilijk uit te leggen. Volgens wikipedia is het 'een subgenre van fantasie of speculatieve fictie'. Zijn laatste creatie is een lamp gemaakt van iets dat op de koplamp van een oude (motor)fiets lijkt en onderdelen van een ouderwetse boor. Je moet het zien (op onderstaande foto) om enig idee te krijgen. Ben ik jaloers op de handigheid van mijn broers, beklaag ik me om de genen die ik niet meekreeg? Eigenlijk niet, nee. Wie mijn onhandigheid niet als een geldig excuus zag en mij toch tot actie aanspoorde, had daar, bij het zien van het resultaat, doorgaans meteen spijt van.  



Bauke & Veronique

Het peloton wielerdichters bestaat voor het overgrote deel uit witte mannen die de zestig al (lang) gepasseerd zijn: 'wat ze ook zeggen / hoe ze ook schrijven / ze zweten heimwee / uit elke porie.' Veel fouter kun je anno 2022 niet zijn! Gelukkig koersen sinds kort vanuit Utrecht en Zwolle twee aanzienlijk jongere dames door de wielerpoëzie. Hun ervaringen op de fiets plaatsen ze op hun website en op instagram. De gedichten worden ook afgedrukt op kaartjes en die liggen in menig fiets- en wielercafé. In het laatste nummer van Bicyling komen de dames uitgebreid aan het woord. Het interview is hier te lezen. Op hun website 'Wielerpoëzie' bieden Bauke Vermaas en Veronique Rap, want zo heten ze, geregeld ruimte aan gasten. Vandaag werd mijn Urnschrift geplaatst. Wie het leest zal begrijpen dat ik hoop dat het pas over pakweg twintig jaar van toepassing wordt!



Dromen

De winter is doorgaans een periode om fietsreizen c.q. -tochten te plannen, om routes uit te zetten en te dromen over wat komen gaat. Niet alleen Covid maar ook het ouder worden en een hardnekkige, moeilijk behandelbare enkelblessure hebben die dromen op een lager pitje gezet. Grote uitdagingen behoren, zo vrees ik, tot het verleden. Het antwoord op de vraag of dat erg is ligt besloten in een uitspraak (van een fietser) die ik onlangs tegenkwam op internet: 'The goal is to die with memories not dreams.' Het doel is om te sterven met herinneringen, niet met dromen. Tja, en dan kan ik mezelf alleen maar gelukkig prijzen. Alles waar ik op fietsgebied (vaak als kind al) van droomde heb ik mogen / kunnen omzetten in herinneringen: uitdagende tochten maken, gerenommeerde cols beklimmen, stukken parcours (finales) van grote wielerwedstrijden fietsen, door prachtige streken pedaleren. De dromen spelen zich nu dicht bij huis af: blij zijn als het weer voorjaar wordt, me verheugen op het fietsen van mijn eigen rondjes (van circa 75 km) in Mergelland, Voerstreek, Kempen en Haspengouw. En hopen dat er weer peddelfietsvakanties met mijn lief in het verschiet liggen!


Vrijheid van meningsuiting

Vorig jaar scheef ik een reeks baiku's die als titel meekreeg 'Een gezegende tocht, fietsen langs wegkruisen en kapelletjes'. Ik plaatste ze op verschillende Nederlandstalige facebookpagina's. Niemand die er aanstoot aan nam, integendeel zelfs. Toen ik ze in een Engelse vertaling 'de wereld in' stuurde bleken meerdere mensen de ironie niet te kunnen waarderen. Vanuit alle continenten werd er geprotesteerd tegen de wijze waarop de naam van de Heer werd gebruikt. Fervente fietsliefhebbers dreigden hun fietsfacebookgroep te verlaten als er weer zulke berichten geplaatst werden. Wat moest ik doen? Mijn 'recht op vrijheid van meningsuiting' opeisen of rekening houden met de christelijke gevoeligheid van mensen die net als ik fietsen als passie hebben? Ik koos voor het laatste, al ben ik wel van plan om na te gaan of mijn gesprekken met de H.Maagd Maria evenveel wrevel oproepen:

wat de Maagd  Maria
me geregeld vraagt - zit je
alweer op de fiets


Over het scheren van benen

Enkele jaren geleden schreef ik het rijmpje: wie gesoigneerd / wil pedaleren // moet hoe dan ook / zijn benen scheren. Het was uiteraard ironisch bedoeld.  Als wielertoerist heb je eigenlijk geen andere reden om je benen te scheren dan een esthetische (ijdelheid). Its just fashion schreef de Oostenrijker James Winterborn als reactie op bovenstaand (in het Engels vertaald) rijmpje, dat ik plaatste op de facebookpagina Solitary cycling. Er werd urenlang geliket en commentaar geleverd, want de meningen over het wel of niet scheren van benen door wielertoeristen zijn wereldwijd verdeeld. Dat beroepsrenners hun benen scheren om sneller te kunnen fietsen, om eventuele wonden (t.g.v. valpartijen) beter te kunnen verzorgen en ontstekingen bij het masseren te voorkomen, vindt iedereen logisch. Maar wielertoeristen! Vrouwen ja, maar mannen! En mountainbikers al helemaal niet! Men ging vrolijk met elkaar in discussie en sommige dames gooiden olie op het vuur. 'Clean shaved legs are just sexy,' aldus de Zuid-Afrikaanse Retha Rousseau. Een mooie quote kwam van Wainwright Jackson uit Washington D.C: 'No hair more speed!' En Mark Thompson uit Auckland liet weten dat hij weliswaar zijn benen niet scheert maar wel zijn snor waxt! Harige baardmannen zoals de Tsjech Peter Brandenberger claimen trots de titel 'least groomed cyclist'. Rest de vraag: scheer ik zelf mijn benen? Glad scheer ik ze niet, maar in de kortebroekmaanden ga ik er wel geregeld met mijn baardtrimmer in de laagste stand overheen. Kwestie van fatsoeneren. Omdat ik het mooi vind, en het lekker voelt!







Nieuw magazine

Het lijkt wel of er steeds meer tijdschriften / magazines verschijnen die zich richten op wieler- en fietstoerisme. Blijkbaar is er grote behoefte aan. Nieuwste aanwinst is 'Fietsen is leuk', een product van de beheerders van de gelijknamige facebookpagina. Opmerkelijk is dat dit kwartaalblad gratis is. Je hoeft je maar aan te melden om het vier keer per jaar in je mailbox te vinden. En dan kom je ook mij tegen! In de rubriek 'Als ziel en benen elkaar vinden' stel ik telkens een wielerdichter en een van zijn verzen voor. En waarmee kun je beter openen dan met een vers dat als titel 'Wielergedicht' meekreeg. Geschreven door Patrick Cornillie. Aanmelden dus, eerst lezen kan ook!



Baiku

 


Discussie

The Villages in het Amerikaanse Florida is de plaats waar het meest aantal 55 +'ers wonen. In zeer comfortabele omstandigheden als je beelden op internet ziet. Vandaag was ik oorzaak van een discussie tussen twee inwoners van de The Villages. Op de facebookpagina van 'Cycling over sixty' plaatste ik volgende (in het Engels vertaalde) 'baiku':

zijn ebikersval
op het heupbrekend asfalt -
brozebottenpijn

Sue Hersman: 'Ik woon in The Villages, de grootste 55+ stad ter wereld. Overal zie je e-bikers, het is beangstigend, echt waar. Veel van deze oudere fietsers missen de vaardigheden en overschatten hun mogelijkheden! Er gebeuren hier dan ook veel ongelukken met e-bikers.'
John Kavanaugh reageert: 'Dat is grappig, Sue ... omdat ik in de buurt van The Villages woon. Ik zie niet wat jij beschrijft. Als de omstandigheden dat vragen zie ik e-bikers langzamer en voorzichtiger rijden. Het idee dat e-bikers gevaarlijk zijn is elitair.'
Sue Hersman denkt er duidelijk anders over: 'Ik zie ze hier zonder helm en op hun slippers tegen hoge snelheid met hun e-bikes rijden. Dat is niet elitair denken maar feiten benoemen.' 
Celeste Burr is het met haar eens. Ze maakte enkele jaren geleden een georganiseerde fietsreis. Twee leden van de groep waren bejaarde dames die veel moeite hadden met op- en afstappen: 'It was worrisome!'
En zo gaat het nog even over en weer. John blijft het echter opnemen voor e-bikers. Op zijn talloze tochten heeft hij slechts één ongeval met een e-biker gezien en dat werd veroorzaakt door iemand op ... een racefets. Hij beschrijft ook hoeveel vreugde een Vietnamveteraan (20 keer geopereerd om het metaal uit zijn lichaam te verwijderen) en een vrouw met artritis beleven aan hun e-bike: 'I can not tell them to get off the trail!' 
En dat allemaal in en rond The Villages!






God's wegen

Een tijdje terug werd ik er vanuit Estland op geattendeerd dat ik geen cyklu's maar baiku's (bicycle haiku's) schrijf. Bij deze dus. Afgelopen zomer wijdde ik zo'n baiku aan het wegdek tussen Bocholzerheide en Oirsbach:

miljaar – God's wegen
zijn soms ondoorgrondelijk
slecht geasfalteerd

Gisteren plaatste ik de Engelse vertaling op de facebookpagina 'Solitary cycling'. Het leverde niet alleen veel likes maar ook veel opmerkingen op. 
Karen Rice Walker vroeg zich af wat God er mee te maken had: 'I doubt God had anything to do with this road.' Craig E.Weiss viel haar bij: 'I think that has less to do with God and more to do with man...'
Maar de meeste reacties gingen toch over de staat van het wegdek elders:
'Looks like most Hawaii roads.' (Ann Leyton).
'Looks like an interstate highway in Wisconsin.' (Gary Fleischman).
'Looks like every street in Chicago after winter.' (Wiliam Chladek).
'Looks like our normal streets in Texas, USA. This is the reason I bought a mountain bike.' (H Maher).  
'If you want some more, come and visit Brussels and Wallonia.' (Nicolaas Ruytenbeek).
'Belgian roads in Germany.' (Steve Sys).
'Not as bad as that in Yorkshire.' (Raymond Bracewell).
'Looks like the average condition of our normal roads here in the UK!' (Paul White).
De oplossing is volgens sommigen simpel: 'Get yourself a gravel bike!'
Ik moet bekennen dat ik op 'Solitary cycling' niet vermeld heb dat de weg tussen Bocholtzerheide en Oirsbach inmiddels voorzien is van een nieuwe laag asfalt! 


klik op afbeelding voor vergroting





Blijven bewegen

Tussen Maastricht en het 10 km verderop gelegen Eijsden passeer of kruis ik al jaren geregeld een merkwaardige fietser: een schijnbaar oude man die alle jaargetijden een wollen muts en een trui of jas met capuchon draagt. Die capuchon trekt hij altijd, voor zover mogelijk, over zijn muts. In de zomer combineert hij zo'n muts en trui vaak met een korte broek en blote voeten in sandalen. Met trage omwentelingen fietst hij, de blik strak vooruit, tegen hooguit 10 km per uur. Door de jaren heen wisselde hij af en toe van fiets. Eén ding hebben al die fietsen gemeen: een sportief stuur zodat de berijder zich licht voorover gebogen voortbeweegt. 
Vanmiddag kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen: ''U fietst hier vaak?' 
Hij keek verrast opzij en glimlachte: 'Jazeker, iedere dag, soms wel twee keer.' 
'U woont in Eijsden?' 
'In Breust ja, in Maastricht ga ik even op een bankje zitten en fiets dan terug, een mens moet blijven bewegen, toch!' 
'Hoe oud bent u als ik vragen mag?'
'74.'
Bij het binnenrijden van Maastricht vroeg ik of ik een foto van hem mocht maken.
'Ja hoor, moet ik even stoppen?'
'Nee, dat hoeft niet, dat doe ik al fietsend.'
Meteen daarna scheidden onze wegen. Terug thuis dacht ik aan alle vragen die ik nog had willen stellen. En de foto, daar stond alleen een voorwiel op!


Karmen

Karmen Reinpõld is een mooie dame uit Tallinn, Estland en ze traint triatleten. Een tijdje terug fietste ze in Italië o.a. de Madonna di Campiglio op. Via Instagram (zie afbeelding) meldt ze dat ze tijdens die klim aan mij dacht, nou ja, aan één van mijn versjes. Ook al kennen we elkaar niet, ook al zullen we elkaar nooit ontmoeten: we zijn wel op zoek naar hetzelfde soort geluk!


Klik op afbeelding voor vergroting

Het shirt

 Als wielertoerist kun je een aantal uitdagingen aangaan. Zo heb je toertochten c.q. cyclosportieven die vanwege de lengte en/of de hoogtemeters tot de verbeelding spreken. Ik denk aan de Marmotte, de Maratona dles Dolomites of de Öetztaler-radmarathon. Je kunt goede doelen ondersteunen door b.v. zes keer achter elkaar de Alpe d'Huez op te fietsen. En je kunt Peetvader worden van een col of klim door die in een bepaalde tijd 25 keer te beklimmen. Bij al die prestaties word je opgenomen in een klassement, je krijgt een medaille en/of herinnering en je kunt een wielershirt van de betreffende uitdaging kopen. De Club Cinglés du Mont Ventoux (Malloten van de Ventoux) heeft een shirt bedacht dat voor de wielertoerist de uitstraling heeft van een kampioenentrui: een Cinglé-shirt met je eigen homologatie-nummer. Zo was ik de 2227-ste wielertoerist die de Ventoux op één dag van drie kanten beklom. Dat nummer staat op het kraagje van de trui die ik vandaag met de post kreeg. Op de mouwen staan het aantal hoogtemeters (4400) en het aantal kilometers (137). Als ik dat shirt aan heb zal mijn dierbare echtgenote mij er ongetwijfeld aan herinneren hoe uitgeteld & uitgewoond ik er uren na mijn tocht nog bij lag!  


Genen

Als ik de uitslagen mag geloven was mijn vader een talentvol wielrenner. Bij de amateurs klopte hij ooit in een sprint om de eerste plaats Marcel Hendriks, later twee maal winnaar van Parijs-Brussel. Geen van mijn vaders nazaten is coureur geworden, bij gebrek aan talent en/of goesting. De enige sport die Urbain, de jongste broer van mijn vader, beoefende was duiven melken. Toch blinken twee kleinzonen van Noenk Urbain uit in hun tak van sport: Lienert speelt al jaren in de hoogste klasse volleybal (met selecties voor de nationale ploeg), Iebe staat sinds dit seizoen onder contract bij KV Mechelen, uitkomend op het hoogste niveau in de Belgische voetbalcompetitie. Gisteren was ik op de jaarlijkse bijeenkomst van de familie Vanstreels. Vandaag vroeg tante Mária, de weduwe van noenk Urbain, één van haar dochters om mij door te geven dat het grote Belgische wielertalent Cian Uijtdebroeks, een kleinzoon is van haar broer. Dat was ze me gisteren vergeten te vertellen. Zozo, Iebe en Lienert hebben hun talent dus meer te danken aan tante Mária dan aan noenk Urbain (en het geslacht Vanstreels)! Maar wel mooi dat Cian de kleinzoon is van de broer van mijn tante Mária.

Mijn vader in 1955, uiterst links: Noenk Urbain


Wielerclub 'De Pedaal'

Vandaag kreeg ik een prachtige foto toegestuurd van het bestuur van Wielerclub 'De Pedaal', die eind jaren vijftig en begin jaren zestig van de vorige eeuw actief was in Godsheide. Het is een foto zoals er zoveel zijn, maar, op deze staat, in de bovenste rij, tweede van links, mijn vader. Hij was toen even oud als mijn zonen nu zijn! 


Ritz Rondje

Gisteren onder een heerlijk nazomers zonnetje het zevende Rondje Ritz gefietst. Nog even recapituleren. De betovergrootvader van mijn vrouw werd in 1803 geboren in het Zwitserse Sankt Gallen. Rond 1825 verzeilde hij als huursoldaat in Nederland. Anders dan zijn naam doet vermoeden, was hij geen lid van de fameuze Ritz-dynastie. De ouders van mijn eega kwamen beiden uit Maastricht, maar verhuisden naar Gennep en Terwinselen vanwege het werk van vader Ritz. Ze kregen drie zonen en zeven dochters! Trouwpartijen van die nazaten leidden tot kinderen die op hun beurt partners vonden met vaders, broers en zussen. Wie over een racefiets beschikt, kan ieder jaar deelnemen aan het Rondje Ritz. Als het peloton volledig is, fietsen er 13 Ritz-ers mee. En ze komen uit Nijmegen, Beilen, Utrecht, Oirschot, Haenrade, Bakel, Amsterdam en Maastricht. Gisteren waren we maar met z'n zessen. Vanwege de corona-perikelen was het lange tijd onzeker of de familietocht door kon gaan. Het hele jaar geen meter gefietst hebben, op dezelfde dag bezig zijn met twee keer de Ventoux te beklimmen, het te druk hebben met een nieuw geborene: dat waren de begrijpelijke excuses. Na afloop waren alle aanwezigen het er over eens: dit was het allermooiste Ritz-rondje! En dat wil ik jullie niet onthouden. Het rondje is 60 km lang, telt 9 klimmetjes en 700 hoogtemeters. Startend bij het station van Maastricht gaat het naar Scharn, Bemelen (Bemelerberg), Cadier en Keer (Keunestraat), Honthem, Bruisterbosch, Banholt (Bergstraat), Reijmerstok, Euverem, Beutenaken, Slenaken (Loorberg), Heijenrath, Teuven (Varnstraat), Rode Bos, St Maartensvoeren (Kwinten / Ulvend), Ulvend, Schey, Terlinden (Keustersteenweg), Bergenhuizen (Molenweg), Mheer, Rondelen, Moerslag (Bukel), St Geertruid, Gronsveld, Maastricht. Geen grote (rijks)wegen, nauwelijks Mergellandroute en Amstel Gold Race-parcours, slechts twee bekende hellingen: voor het overgrote deel rustige, vaak smalle binnenwegen met ontzettend weinig gemotoriseerd en fietsend verkeer, ook op een zonnige zaterdag. En hoe verliep de tocht? Wiebe (uit het vlakke Beilen) verheugde zich het hele jaar al op het Rondje Ritz maar werd begin deze week ziek. Nog niet helemaal hersteld martelde hij zich de heuvels over. Joey begon traditiegetrouw voortvarend maar zakte aan eind van de tocht al even traditiegetrouw terug. Veerle was wederom de regelmaat zelve en Joost hoefde bij dit weer geen schrik te hebben dat hij op de top van de klimmetjes wachtend zou afkoelen. De show werd gestolen door Jan (uit het al even vlakke Bakel). Hij is 74 jaar oud, getrouwd met de oudste dochter Ritz, sinds vorig jaar in het bezit van een racefiets, voor het eerst deelnemend aan het Rondje en pas voor de derde keer fietsend in de heuvels. Alsof het hem geen moeite kostte, peddelde hij overal naar boven. Het is een plezier om hem met steeds meer plezier te zien fietsen in dit landschap. Ik ben benieuwd waar dat verhaal eindigt!

Van lnr: Jan, Joost, Joey, Veerle, verborgen: Wiebe, Miel


Het WK Wielrennen op een stadsfiets

Een paar dagen met mijn dierbare echtgenote in Leuven geweest. We begonnen vrijdagmiddag met een uitgebreide (door Reisroutes.be beschreven) stadswandeling (van 9 km) door het fraaie Leuven. De hele stad is in de ban van het wereldkampioenschap wielrennen dat vandaag begon met de tijdritten. Gisteren huurden we stadsfietsen voor het (fietsroutenetwerk)rondje 'Fietsen langs wielergedichten’. Klik op de link om te kijken om welke tien gedichten het gaat, drie versjes van mij werden in straatgrafitti verwerkt. We fietsten door mooie dreven en parken, maar vaker toch over drukke wegen. Of we willen of niet, we blijven vergelijken: wat het landschap en de fietsvriendelijkheid betreft met het Mergelland, wat de bewegwijzering betreft met Belgisch Limburg. En dat kun je beter niet doen als er op en slecht betegeld fietspad weer een bordje ontbreekt of onzichtbaar verscholen hangt achter het gebladerte. Terug in de stad fietste ik het ‘Leuven Circuit', het plaatselijk WK-rondje van 15 km dwars door en langs de rand van de stad. Er zitten vier klimmetjes in. De Keizersberg en de Wijnpers zijn wel nijdig, maar niet lang. Ook goed te doen dus voor een ouwe man op een stadsfiets. Ons verblijf in Leuven zou uiteraard niet compleet geweest zijn zonder lekker te eten op de terrassen aan de Muntstraat en de Grote Markt. Een Stella Artois smaakt nergens beter dan in Leive! Voor we vandaag naar huis gingen, pikten we nog wat mee van de familiedag-festiviteiten: op de houten velodroom knalden kinderen van een jaar of zes door de bochten en even verderop werd er aan slowbiking gedaan. Ik verliet Leuven met de gedachte aan de vader die ik gisteren bij het biebfiliaal in Heverlee perfect antwoord hoorde geven op de vragen die zijn zoontje hem stelde over mijn op straat gekrijt versje: 'Wat is tegen de tijd rijden, papa? Wat zijn ingewijden? Waarom willen ze kilometers sterven? En wat is eeuwigheid verwerven dan?' De luistervinkende schrijver van poëzie met een kleine p werd er blij van!



Jongetje

Vanmiddag om kwart voor één op de racefiets gesprongen en richting Kanne gefietst, waar de Benelux Tour rond 13u25 aan de voet van de Muizenberg werd verwacht. Rond 13u fietste ik daar naar boven. Er stond behoorlijk wat publiek langs de weg. Boven besloot ik om niet te wachten op de koers maar het parcours verder te volgen en te kijken hoe ver ik zou komen. Het duurde naar mijn gevoel behoorlijk lang alvorens ik ingehaald werd door de Rodania-wagen, en dat lag heus niet aan mijn snelheid. In de dorpskernen zaten mensen ouderwets buiten op de stoep te wachten op de koers. En op de smalle Keiberg richting Alden Biesen waande ik me in Ronde van Vlaanderen-sferen: veel toeschouwers, campers in het veld, soigneurs wachtend met drinkbussen. Met de blik strak vooruit, flink doortrappend op een kleine versnelling, alsof het me geen moeite kostte, alsof ik niet buiten adem raakte, zo fietste ik naar boven. Bij het naderen van Bilzen lag ik nog steeds 'voorop'. Op de Letenberg, die ik nooit eerder ben opgefietst, was het nog drukker dan op de Keiberg. Er werd gewezen naar mijn shirt van 'Het is koers'. Gaaf, top, geweldig! En maar net doen alsof ik niet zat af te zien! In de buurt van de aankomstzone moest ik van het parcours af. Via een binnenweg kwam ik er richting Mopertingen weer op. Een kwartier later, 35 km na de Muizenberg, hoorde ik eindelijk de Rodania-wagen. Wat een tocht! Ik voelde me een jongetje van zeventig!



Wielerpoëzie rondom het WK Leuven

In het kader van het WK Wielrennen (24-26 september 2021) vinden er in Leuven allerlei culturele activiteiten plaats op en rond het plaatselijk parcours. De Bib Leuven besteedt ruim aandacht aan wielerpoëzie. Op zes plaatsen wordt een groot paneel met een wielergedicht geplaatst. De zes poëten van wie een gedicht werd gekozen, zijn: Paul Rigolle, Maud Vanhauwaert, Hans Warren, Freek de Jonge, David Troch en Willie Verhegghe. Wie de gedichten wil lezen moet vanaf de bibliotheek in het Centrum naar de Zijwieltjeszone in het Sluispark, het Stadspark, de Velodroom aan de Brusselsestraat, het Fietsdorp op het Blauwputplein, de Ontspanningszone bij de Schouwburg en Villa van de Aa in de O.L.Vrouwstraat. Verder zullen twee beeldend kunstenaars wielergedichten verwerken in ‘krijtgrafitti op straat’. Wietse Palmans neemt twee versjes van ondergetekende voor zijn rekening (bij de biebfilialen in Kessel-Lo en Wilsele), en Hans Geyens verwerkt een strofe uit een gedicht van Paul Rigolle (bij de bieb in het Centrum) en een derde versje van ondergetekende (bij het biebfiliaal in Heverlee). ‘Fietsen langs (al deze) wielergedichten’ is een onderdeel van het ‘Familieweekend’ (18 en 19 september) waarin de bieb iedereen ‘in WK-sferen’ wil brengen. In elke locatie zijn postkaartjes met de route beschikbaar. Op naar Leuven dus voor een rondje wielerpoëzie!


Always

Wacht een vrouw met fiets
langs de weg - dan staat haar man
achter boom of heg



Spijt

Een tijdje terug hoorde ik wielerdichter Willie Verhegghe (74) in een podcast vertellen dat hij er nog altijd spijt van heeft dat hij in zijn jonge jaren geen wielrenner is geworden. Dat soort spijt ken ik niet, maar bij mij was het dan al ook al heel vlug duidelijk dat het mij aan talent ontbrak. Vandaag kwam ik (via Facebook) na meer dan een halve eeuw aan de praat met Johny (72). Hij woont momenteel in Hongarije, maar hij groeide net als ik op in Godsheide. Johny maakte in de jaren zestig van de vorige eeuw gebruik van de Groene Leeuw-racefiets, die een buurjongen na zijn wielercarrière bij ons in het werkhuis had laten staan. Samen met mijn vader, mijn broer en mij fietste hij geregeld ons rondje van 80 km over de Hallembaye. We gingen ook meermaals ter beevaart op de fiets naar Banneux. Johny had talent, bergop fietste hij iedereen uit het wiel. Dat kwam vooral tot uiting op hellingen als Les Forges. Ik zie hem daar nog van ons weg rijden. En wat schrijft Johny me vandaag, ik citeer: ‘Ik denk nog geregeld aan onze tochten en ik ben nog steeds boos op mijn vader omdat ik niet mocht koersen, terwijl jouw vader vond dat ik het moest proberen. Als ik naar de Tour en de klassiekers kijk, vraag ik me nog steeds af of mij gelukt zou zijn een goeie coureur te worden.’ Ik heb nooit geweten dat het zo diep zat bij Johny!





De heren

Met mijn twee zonen en een achttal van hun vrienden mocht ik sinds 2003 een keer of elf naar het buitenland voor een fietsweekend c.q. -vakantie. Het doel was: vooral bekende cols beklimmen. En daar zijn we in wisselende samenstelling behoorlijk in geslaagd. De laatste echte 'herenvakantie' dateert alweer van 2018. De geplande Dolomieten-uitstap van 2019 werd gecanceld wegens ziekte en daarna deed Covid zijn intrede. Maar niet alleen Covid maakt(e) het moeilijker: de meeste heren zijn inmiddels vader geworden van één of meerdere kinderen en dan ontstaan er uiteraard andere prioriteiten. Als ze een jaar of tien geduld hebben, kunnen ze als vijftigers nog vaak genoeg samen de cols opzoeken. Zelf zal ik er dan - als tachtiger - niet meer bij zijn. Het is ook zeer de vraag of ik nu nog een col op kom met mijn weerspannige enkel. Vorige week reed ik de helling van Moerslag af en wie stonden daar onder aan de voet? Twee heren, de ene woont in Rotterdam, de andere in Velp: ook zij kwamen elkaar daar heel toevallig tegen. Als ik het goed begrepen heb, is het verlangen naar cols groot. Mochten ze morgen vertrekken, dan ga ik uiteraard mee, met twintig doosjes paracetamol in mijn koffer!



Examen Grieks

Afgelopen nacht had ik een droom die me niet losliet. Ik moest voor het examen Grieks een tekst vertalen en had uiteraard weer niets voorbereid. Tijdens mijn nachtelijke plasstop hoorde ik me in mezelf praten: 'Wat is dit voor flauwekul, ik zit toch niet meer op school.' Terug in bed ging die droom vrolijk verder. Toen ik vanmorgen opstond wist ik precies waar hij vandaan kwam. Eergisteren fietste ik naar Achel om het graf van bomma en bompa, mijn grootouders, te bezoeken. Wat ik me van bompa het meest herinner, zijn de vragen die hij me in mijn schooljaren bij het begin en het einde van ieder bezoek stelde: 'Hebt ge goed uw best gedaan op school, Mieleke?' en 'Denk eraan, goed uw best doen op school!' Met neergeslagen ogen antwoordde ik keer op keer: 'Ja bompa, zeker bompa.' En ik wist maar al te goed dat ik loog, iedere keer weer. Zouden er nog plekken zijn waar ik naartoe kan fietsen om mezelf een oprakelende droom te bezorgen!

1964, bij het huis van bompa


Emilie

Mijn jongste zoon en mijn schoondochter hebben er een dochter bij, hun derde. Ze is keizerlijk ter wereld gekomen. Aan ouderliefde en zussenloyaliteit zal het haar niet ontbreken. Ze kreeg als officiële voornamen Emilie Marije en wordt Emmie genoemd. Emilie is afgeleid van Emile. Ik voel me uiteraard zeer vereerd met die keuze, maar nog mooier is dat ze daarmee ook vernoemd wordt naar mijn opa (van moederszijde), haar betovergrootvader dus. Dat was een bijzondere man, een Waal uit Resteigne die tijdens de Eerste Wereldoorlog in de loopgraven aan de IJzer vocht en eind 1918 in Achel werd gekazerneerd in het kader van de grensbewaking. Daar ontmoette hij mijn oma en hij is er nooit meer weggegaan. Een goede reden dus om voor Emilie naar (het 62 knooppuntenkilometers verderop gelegen) Achel te fietsen en het graf van haar betovergrootvader te bezoeken. Hij dient uiteindelijk van een en ander op de hoogte gebracht te worden. Zo’n fietstocht door het Maasland en de Kempen is uitstekend geschikt om je gedachten door de tijd te laten dwalen. Als Emilie rond haar veertigste geïnteresseerd begint te raken in haar afkomst, is ze in 2060 beland. En als dit stukje op een of andere manier bewaard blijft, zal ze zien dat haar betovergrootvader in 1893 werd geboren. Ook hij werd (volgens mijn stamboomgegevens) naar zijn opa (1825-1892) genoemd. Ik fiets zowaar drie eeuwen aan elkaar! 





Een stukje met veel links

De laatste tijd hoor ik steeds vaker het woord 'cultuurkatholieken'. Daarmee worden doorgaans ouderen bedoeld die niet meer (echt) geloven, maar wel nog steeds houden van sommige kerkelijke rituelen. Ze luisteren graag naar gregoriaanse gezangen, zeker die van een requiemmis; ze steken geregeld een kaarsje aan in een Mariakapel; ze komen zo nu en dan graag even tot rust in een kerk. Met mijn kostschooljaren bij de paters hoor ik bij die ouderen, al noem ik mezelf liever een ongelovige katholiek c.q. katholieke atheïst. Gisteren hadden we onze maandelijkse ouwe-lullen-bijeenkomst en ook daar kwam het onderwerp ter sprake: wie heeft het missaal bewaard, dat hij rond zijn twaalfde kreeg t.g.v. zijn 'vormsel', wie bezocht al dan niet toevallig welke bedevaartsoorden? Ik merk ook dat ik steeds vaker door jongeren in verband gebracht word met mijn katholieke achtergrond. Vanmorgen stuurde mijn zoon me een berichtje door waarin 'Een Rondje Bijbel' wordt aangekondigd, een gezelschapsspel voor bijbel(her)ontdekkers waarin gefietst wordt langs berg- en dalkaarten. Men kan daarbij niet de gele maar de gouden trui veroveren! En enkele dagen geleden schreef Marco Hendriks op zijn facebookpagina dat hij van mijn wielerversjes houdt vanwege de bondigheid, de zelfspot en … de katholieke inslag! 
Wie alle gezegende links in dit stukje volgt, verdient een volle aflaat


O jee

Ik heb er 95 km opzitten, ben aan de rand van Maastricht en moet al een uur plassen. Om ongelukken te voorkomen zal ik toch maar even stoppen. Op een plek waar geen mens te zien is, zet ik mijn fiets tegen een lantaarnpaal. Ik richt mijn straal netjes tussen de veldbloemen en zie opeens twee agenten op de fiets honderd meter verder de bocht om komen. Sodeju, op wildplassen staat een boete van € 140! Halverwege stoppen met plassen dus, mijn pielewiele vlug terug in mijn broek stoppen en over mijn fiets gebogen staand net doen of ik wat aan mijn fiets heb. De agenten stoppen, zouden ze toch wat gezien hebben, op de stoep zijn er gelukkig geen plassporen. Een van de twee agenten vraagt heel vriendelijk: 'Gaat het meneer, hebt u hulp nodig, wij hebben gereedschap bij.' 'Nee, nee,' antwoord ik, 'dank u wel, ik dacht dat er wat tussen mijn derailleur zat.' 'Weet u het zeker,' vraagt de agent nog eens, 'echt geen hulp nodig, nou, een prettige tocht dan nog!' En de agenten fietsen, mij lichtelijk verbouwereerd achterlatend, verder. 



Vaderdagcadeau

Een paar weken geleden fietste ik (in een shirt van 'Het is koers') aan het eind van een tocht door het Mergelland via de Molenweg naar huis. Ter hoogte van verpleeghuis Grubbeveld kruiste ik een grote groep wielertoeristen in groen-witte shirts die ik ergens van kende, maar van waar! Opeens hoorde ik uit het midden van de groep iemand 'hé Miel' roepen. Ik had geen idee wie dat kon zijn. 's Avonds kreeg ik een berichtje van Marco Hendriks, hij excuseerde zich voor het geval hij me had laten schrikken. Ik heb Marco nooit ontmoet, maar ik ken hem van facebook en zijn mooie, lezenswaardige website 'De Spookrijder'. Van die site ken ik ook de groen-witte shirts, want Marco is ambassadeur van de Rotterdam Fund Racers, die zich inzetten voor het werven van fondsen voor het KWF.
Vandaag ontving ik weer een berichtje van Marco met de mededeling dat hij voor vaderdag een cadeau kreeg waar hij blij mee is. Op onderstaande foto zie je Marco met het cadeau: geen wonder toch dat hij daar blij mee is!


 

Een Rondje Kempen & Maasland

Met mijn eega drie dagen door beide Limburgen gepeddeld. Enkele uren voor ons vertrek, eergisteren, moest ik nog naar de orthopeed in verband met mijn enkelklachten. Een snelle jongen, die orthopeed, hij had weinig toelichting van mijn kant nodig en drukte meteen op twee pijnlijke plekken. De door andere hulpverleners genoemde (mogelijke) oorzaken veegde hij van tafel en stelde een corticosteroïden-injectie voor. Die kon meteen gegeven worden. ‘Jouw klachten hebben niets met ouderdom te maken,’ zei hij, ‘het is impingement, een typische blessure bij mensen die veel sporten. Als je weer pijn krijgt, kom je maar terug.' Voor ik het besefte stond ik weer op straat, geïnjecteerd en wel. En hoe voelden de eerste 60 bepakte kilometers door de Limburgse bossen richting Bree, waar we een alleraardigst hotelletje hadden geboekt? 't Was een volledig pijnloze rit! Gisteren stond een tocht van 85 km door de zanderige Kempen op het programma. We wilden graag ‘door de bomen’ fietsen. Mijn lief, met haar hoogtevrees, heeft het geweten. Halverwege de boomklim begon haar maag de bochten tegendraads te nemen. Apart is het wel, wat ze in mijn geboorteprovincie verzinnen. 'Door het water fietsen' moet we ook nog een keertje doen. In de Hoge Kempen hoorden we bij het passeren van andere fietsers merendeels Oost en West-Vlaamse dialecten. Ook opvallend: zoals je in het Mergelland talloze weg- en veldkruisen tegenkomt, zo word je in de Kempen om de haverklap uitgenodigd een kaarsje te branden in een Maria-kapel, de ene al mooier verzorgd dan de andere. Vandaag, de laatste dag, fietsten we richting Maaseik waar we de Maas (en de grens) overstaken om via de prachtige Maasroute na 60 km pedaleren thuis te komen in Maastricht. Net op tijd om de tropische hitte voor te zijn. We hebben drie heerlijke fietsdagen gehad. En hoe is het met mijn enkel gesteld? Hij houdt zijn banden vast bij de gedachte dat hij vlug weer de heuvels in mag (of moet)!


Het Mergelland - vanop een racefiets

Het afgelopen jaar plaatste ik op de facebookpagina 'Fietsen in Limburg' wekelijks een van de versjes die ik in de loop der jaren schreef over mijn thuislandschap. Ze zijn nu, aangevuld met een reeks nieuwe versjes, samengebracht en in boekvorm uitgegeven onder de titel 'Het Mergelland - vanop een racefiets'. Het bundeltje is 68 pagina's dik en kost € 12,50. Het is hier en in de boekhandel verkrijgbaar, máár, het is ook (gratis) te downloaden als PDF-bestand. En wel hier.

PS: Ik gaf het bundeltje als titel mee: Het Mergelland – vanop een racefiets. Toen ik ging controleren of het van op of vanop moet zijn, kwam ik er tot mijn verbazing achter dat het vanaf moet zijn. Althans, vanaf is standaardtaal in heel ons taalgebied, vanop is standaardtaal in België. En toen raakte ik verzeild in een aardige discussie met mijn eega. Zij vindt als Nederlandse uiteraard dat het vanaf moet zijn: 'Jij mag je dan nog altijd Belg voelen, maar je woont als vijftig jaar in Nederland en het Mergelland ligt in Nederland, niet in België.' Toch heb ik vanop aangehouden: in het bundeltje fiets ik door het Mergelland, ik bekijk mijn thuislandschap zittend op mijn racefiets. Vanop voelt voor mij veel logischer dan vanaf. Zodoende, dus.

Klik op afbeelding voor vergroting

Voltooid

Gisteren een rondje van 60 km rond de Roermondse Maasplassen gefietst met de andere grootouders van Anna, onze jongste kleindochter. Zo'n tocht leidt altijd tot diepzinnige gesprekken tussen Wiebe, die andere opa, en mij. Gisteren hadden we het onderweg over de 'Wet voltooid leven'. We hopen allebei dat die wet er komt, al worstelt Wiebe nogal met de definitie van het begrip voltooid. 'Misschien,' zo opperde hij, 'is het leven voltooid als je toe bent aan een e-bike.' Ik vond het een perfect uitgangspunt, dan wordt het meteen een stuk rustiger op de fietspaden. Arme Anna, dat kind is niet alleen een kruising tussen Friesland en Limburg, het zit ook nog opgezadeld met twee idiote opa's!


Een heel leven...

Eindelijk zomer. Zondag en maandag peddelde ik met mijn teerbeminde. Gelukkig makende tochtjes van zo'n  45 km. Gisteren fietste ik in m'n eentje een drielandenrondje van 105 km. Op de Gulperberg (vanuit Partij) liet mijn enkel me weer voelen dat ik over twee weken naar de orthopeed moet. En zo ontstond de volgend versje:

zeventig plus

volledig pijnvrij
pedaleren - een natte
ouwelullendroom

Vandaag maak ik een uitfietstochtje. Op weg naar Bemelen krijg ik gezelschap van een wielertoerist. We raken aan de praat. Hij komt uit Rekem, is 80 jaar (!) en heeft heel z'n leven gefietst, ook en veel in het buitenland. Sinds een jaar of vijf kan hij niet meer mee met zijn club, dat redt hij niet meer. Een fietsmotortje wil hij niet, hij stelt zich tevreden met tochten van twee uur. Af en toe pikt hij nog een heuvel mee, geen Cauberg maar de Bemelerberg, dat lukt nog wel. Tijdens de klim blijf ik bij hem. Bergop fietsen kost hem hoorbaar moeite. Ik maak al fietsend een foto van hem, althans, ik doe een poging want het is voor het eerst dat ik mijn mobieltje daarvoor gebruik. Volgens mij heb ik nog wat oefening nodig. Richting Sibbe fietsend, waar onze wegen zullen scheiden, komen de (on)geneugten van de ouderdom aan bod. Als hij hoort dat ik zeventig ben, mompelt hij: 'Da's nog jong.' Hij doet dat op zo'n manier dat ik het gevoel krijg dat ik nog een heel leven voor me heb. 


Vereerd

Naar aanleiding van zijn boek 'Heuvel wat ben je mooi' werd Niels Smits geïnterviewd door 'Mijn Gazet', een huis-aan-huisblad uit Sittard. Ik citeer een passage uit het interview:
'Bovendien wil hij de onderbelichte en minder bekende heuvels en beklimmingen een podium bieden om zo aan iedereen te laten zien dat er ook andere plaatsen in Zuid-Limburg gefietst en gewandeld kan worden dan op de veelgenoemde en overbekende trekpleisters. Maar zijn werkelijke grote doel is om uiteindelijk wielerjournalist of schrijver van wielerboeken te worden. Zijn grote voorbeelden zijn de Belgische wielerdichter Miel Vanstreels en vooral Mart Smeets. ,,Miel beschrijft beeldend en beknopt hoe een fietser zich voelt als hij een berg beklimt, hij doet dat op een niet literaire maar wel poëtische manier in korte, krachtige zinnen. Iedere (toer)fietser kan zich precies inleven in wat Miel beschrijft.'' Maar de grootste van allen is toch wel Mart Smeets.' 
Het interview is hier in z'n geheel te lezen.



Commentatoren

In Nederland en België kan de Giro d'Italia alleen bekeken worden via Eurosport 1. De etappes worden meestal integraal, van start tot finish, uitgezonden. Een zware dobber voor de commentatoren, Karsten Kroon en Jeroen van Belleghem. Toch blijken de heren er niet veel last van te hebben. Ze kletsen de uitzendingen aan elkaar, ze converseren er vrolijk los, alle onderwerpen mogen behandeld worden, ook als ze niets met de koers te maken hebben. Wat vinden de luisteraars daar van? Op de facebookpagina 'Wielrennen mijn sport' plaatste ik onderstaand versje. Na vijf dagen werd er nog steeds geliked en op een enkele uitzondering na blijken de kijkers te genieten van 'het gezellig gebabbel' dan wel 'het geouwehoer' van de mannen. Zouden Michel Wuyts, José de Cauwer, Herbert Dijkstra em Maarten Ducrot ook naar Eurosport kijken?

Klik op afbeelding voor vegroting


Ouwemannennijd

Vanmiddag kreeg ik volgend mailtje van Roger (69), de man van de Hel van Houtepen en Klimbécile de Liège : 'Stond ik om 13 u bij jou thuis aan te bellen: uitgewoond, uitgedroogd en uitgejouwd omdat ik op de heuveltjes van jouw Rondje Meerssen niet kon volgen. Tevergeefs, niemand thuis, mijn kruisweg moest dus tot Kanne voltooid worden. Op de Moorveldberg door vijf medelanders met mijn neus op de feiten gedrukt: de tijd van vooraan fietsen is serieus aan 't wegdeemsteren. Meer dan honderd meter losgereden. Gebeurde me vroeger eg nie.' Het is niet zijn eerste mailtje van die strekking. Als troost schreef en mailde ik een versje die hij voortaan luidkeels, fluisterend of mijmerend mag meegeven aan alle jonge gasten en meiden die hem uit het wiel (dreigen te) rijden:

Al pedaleert gij

nog zo snel – de tand des tijds
achterhaalt u wel 

Roger op de Rue des Escaliers in Luik


Kille lentedagen

Ik heb hier eerder al beschreven dat je het, naarmate je ouder wordt, steeds kouder krijgt op de fiets. Omdat ik vorige week twee uur had zitten kleumen, trok ik gisteren, bij dezelfde weersomstandigheden, m'n winterkleren aan. En ik was niet de enige. Alle zestigplussers op een racefiets zagen er uit alsof ze zich wilden beschermen tegen vrieskou. Jongeren daarentegen pedaleerden in hun overgangskleren, sommigen fietsten zelfs in zomertenue, in korte broek en shirt met korte mouwen dus. Vanmorgen scheen er weer een matig zonnetje, het was een graad of 9 toen ik vertrok en de wind waaide weer NWN. Ik was blij met mijn winterjack en overschoenen, passeerde een paar warm ingeduffelde seniorengroepjes maar kruiste ook menig pelotonnetje met haast zomers geklede jonge mannen en vrouwen.  Ik vond het opeens wel heel erg confronterend. Het valt niet meer te negeren of te ontkennen: ook op de fiets hoor ik nu definitief bij de ouwe knakkers, de ouwe lullen, de ouwe vellen.


Willy & Emiel

Willie Verhegghe stuurt me geregeld mooie verzen voor De Wielergedichten. Hij richt zijn mail soms aan Daems en ondertekent dan met Vannitsen. Je moet de zestig al gepasseerd zijn om te (kunnen) weten dat hij daarmee verwijst naar wielrenners uit onze jeugdjaren. In mijn bundeltje Godsheide schreef ik gedichten over beide coureurs. Nou ja, eigenlijk gaat het meer over mij als veertien-, vijftienjarige dan over hen:

Willy Vannitsen

Waalse Pijl, Scheldeprijs, 
Milaan-Vignola,

ach, het woog niet op
tegen wat het
had moeten zijn,

in het dorp waar ik 
woonde hielden ze 
niet van hem,

hij gebruikte te veel 
brillantine en flaneerde
te graag in de zon,

als aankomende puber
wist je precies 
op wie je beter 
niet lijken kon

En ook al zijn we inmiddels vele jaren later, bij het volgende druip ik nog altijd af:

Emiel Daems

Winnaar van Parijs-Roubaix, Ronde
van Lombardije en Milaan-San Remo,

ik deed zijn naam geen eer aan
toen ik hem was
in een koers met jongens
uit het dorp,

ik was de enige met een koersfiets
maar wat ik ook probeerde,
tussen de Demers, in de Vulstraat, 
ik kwam niet uit de greep
van groep

en erger, véél erger nog:
in de sprint werd ik geklopt
door een jongen
op een aftandse Royal Nord


Afwassen

Omdat er in het leven (een klein beetje) meer is dan fietsen! Vandaag stond in De Limburger een column van Gerard Kessels, waarin hij het plezier van afwassen beschrijft. Hier te lezen. Ik stuurde volgend mailtje naar de heer Kessels: 'Geachte. Een prachtige column wederom. Mijn motto is: een dag niet afgewassen is een dag niet geleefd. Mijn dierbare eega en mijn zonen/schoondochters zijn er blij mee: (haast) overal waar ik kom, wil ik afwassen. Als ik weer een beroep zou moeten kiezen, zou ik afwasser worden. Nog zo'n rustgevende bezigheid, die ik na mijn pensioen ontdekte: alle was vouwen die uit de droger / van het wasrek komt (en niet gestreken hoeft te worden).' De columnist antwoordde: 'Een prachtig compliment. Dank u wel. U bent een zielsverwant. Dat was vouwen ga ik eerst eens voorzichtig uitproberen.'


Heuvel, wat ben je mooi

Binnenkort verschijnt bij uitgeverij TIC het boek 'Heuvel, wat ben je mooi' van Niels Smits. Niels is een fiets- en wandelfanaat, die graag door de Zuid-Limburgse heuvels trekt. In zijn boek beschrijft hij 8 fietsroutes (van 35 tot 115 km) en 7 wandeltochten (van 7,5 tot 18 km) in dat gebied. Je kunt alvast kennismaken met hem via 'En danseuse', zijn fraaie website waarop hij aandacht besteedt aan minder bekende en vaak verborgen hellingen in Zuid-Limburg. Hij vroeg me of hij voor zijn boek een aantal van mijn versjes ter illustratie mocht gebruiken. En dat mocht. Uiteraard. 'Heuvel, wat ben je mooi' wordt op 19 maart om 18u30 gepresenteerd in Dominicanen Boekhandel. Wegens corona gebeurt dat zonder publiek. De presentatie kan wel via livestream gevolgd worden. Ik zal er enkele fietsgedichten voorlezen.